Op 6 juli 2022 is bekend gemaakt dat de Russische dwerghamster vanaf 1 januari 2024 niet meer gehouden mag worden als huisdier. Vanaf 1 januari 2024 mogen alleen dieren gehouden worden die op de huis- en hobbydierenlijst staan en de Russische Dwerghamster is ten onrechte niet op deze lijst geplaatst
Dwerghamster-liefhebbers
Dat de beoordeling van de Russische Dwerghamster voor de huis- en hobbydierenlijst niet klopt.
Dat de Russische Dwerghamster op de huis- en hobbydierenlijst komt te staan en ook na 2024 als huisdier gehouden mag worden, zoals de afgelopen 60 jaar.
De Belgische Raad van State heeft op 16 juli 2024 de positieflijst voor huisdieren, die in 2020 werd ingevoerd, nietig verklaard. De klacht tegen de lijst werd in maart 2021 door een dierenhandelaar uit Wallonië ingediend bij de Raad van State.
Volgens de Raad zijn de argumenten van de Waalse overheid, zoals bescherming van dieren en volksgezondheid, onvoldoende onderbouwd. Het vonnis stelt dat de lijst de illegale handel juist kan bevorderen en onterecht beperkingen oplegt aan dierhandelaren.
Dit is een belangrijk besluit, omdat het mogelijk invloed heeft op andere landen, zoals Duitsland, waar een positieflijst wordt overwogen. Bovendien kan de uitspraak extra gewicht geven aan het bezwaarschrift van Dibevo en PVH (Platform Verantwoord Huisdierbezit), die betogen dat de Nederlandse overheid de positieflijst op onjuiste gronden heeft ingevoerd. Ook de Duitse ZZF vindt dat positieflijsten vaak te rigide zijn en onbedoeld bijdragen aan een toename van illegale handel, omdat bepaalde populaire huisdieren van de lijst worden uitgesloten. Onvolledige wetenschappelijke kennis
Belgische dierhandelaren en fokkers bekritiseerden de positieflijst omdat deze niet alle gehouden soorten omvatte en de lijst volgens hen gebaseerd was op onvolledige wetenschappelijke kennis. Het bedrijf dat de klacht indiende kreeg bijval van meerdere organisaties, waaronder de Belgische reptielenbranche.
Zoals eerder aangekondigd heeft Dibevo samen met het het Platform Verantwoord Huisdierenbezit (PVH) bezwaar aangetekend tegen de positieflijst bij het ministerie van LNV (nu LVVN). Het ministerie gaf ons nog tot 18 juli de tijd om de ‘gronden van bezwaar’ aan te vullen.
Advocatenkantoor Schoemaker heeft namens Dibevo en PVH een goed onderbouwd en zeer gedetailleerd bezwaarschrift van 42 pagina’s + 175 pagina’s met bijlagen naar de minister gestuurd. Dat bezwaarschrift kun je hier downloaden en inzien.
Op 1 juli 2024 is een nieuwe Huis- en hobbydierenlijst in werking getreden, die bepaalt welke diersoorten mogen worden gehouden. Verschillende partijen maakten bezwaar tegen de nieuwe lijst en vroegen om een voorlopige voorziening om deze in zijn geheel te schorsen, maar de rechter wees dit af.
Eerste verzoek voorlopige voorziening afgewezen • De rechter oordeelde vandaag, 2 juli 2021, dat de aangevoerde bezwaren te complex waren voor deze procedure. • Verder oordeelde de rechter dat er geen direct bezwaar en beroep openstond tegen het niet opnemen van zoogdiersoorten op de Huis- en hobbydierenlijst die niet Bijlage 1, tabel 1 of 2 van de Regeling houders van dieren stonden. • Ook oordeelde de rechter dat als het hele Besluit Huis- en hobbydierenlijst werd opgeschort, geen enkel dier meer gehouden mocht worden omdat dan het verbod op het houden van niet-aangewezen dieren (art. 2.2. Wet dieren) alles bepalend zou zijn. • De rechter hield het bij een belangenafweging en achtte het belang van de Minister zwaarder dan van de verzoekers.
Tweede verzoek voorlopige voorziening wordt aangepast aan uitspraak
Er is al een tweede voorlopige voorziening aangevraagd. Deze gaan we aanpassen, rekening houdend met de eerste uitspraak.
• De voorlopige voorziening wordt beperkt tot soorten die wel op de oude lijst stonden maar niet op de nieuwe. Volgens de rechter is voor deze soorten de procedure wel toegankelijk. • In deze procedure worden minder complexe punten aangevoerd, namelijk dat de beoordelingen voor deze soorten niet goed zijn onderbouwd en dat castratie, sterilisatie en separatie ernstige nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van de dieren.
We hebben hiermee meer kans op succes.
Handhaving wordt uiterst lastig Verder moet voor de soorten die niet al op de eerste lijst stonden en ook niet op de tweede lijst zijn opgenomen, in het oog worden gehouden dat, wanneer er een handhavingsbesluit wordt genomen, tegen dit besluit bezwaar en beroep open staat. Daarbij is er enerzijds sprake van opnieuw de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te vragen, kort wegens motiveringsgebrek en risico voor de gezondheid en het welzijn van dieren bij castratie/sterilisatie/separatie.
Anderzijds is er dan wel de mogelijkheid om in die zaak succesvol beroep te doen op het feit dat het verbod in strijd is met het Europeesrechtelijk kader. Handhaving gaat daarmee dus voor alle soorten heel moeilijk worden, zeker als al in de 2e voorlopige voorziening wordt vastgesteld dat een onderbouwing die bestaat uit verwijzingen naar al dan niet wetenschappelijke literatuur een onzorgvuldige motivering vormt.
Mogelijkheden bij ontheffing
Ook wanneer een ontheffing wordt aangevraagd en geweigerd, kan in bezwaar en beroep de onrechtmatigheid van het onderliggende verbod wegens strijd met het Europeesrechtelijk kader worden ingeroepen, evenals schending van de eisen die op Europees niveau worden gesteld aan de mogelijkheid om ontheffing te verkrijgen. Volgens de Europese jurisprudentie mag een dergelijke ontheffing niet worden geweigerd als is voldaan aan de met de regeling beoogde belangen, in dit geval de gezondheid en het welzijn van dieren en de gezondheid en veiligheid van mensen.